Marx |
Marx is een kat die van kleins af aan
met zijn gezondheid tobt. Regelmatig wordt-ie heel erg ziek en neemt
Sabine hem mee naar de dierenarts om hem een penicilline-injectie te laten
geven. Na de injectie zie je hem opknappen. Voor de injectie is Marx
sloom, staan zijn ogen raar, oogt-ie zo ziek als een hond. Marx is
inmiddels drie jaar oud.
Afgelopen week begon hij weer ziek te worden. Sabine besloot daarom de volgende dag weer langs de dierenarts te gaan. Maar die volgende dag was Marx onvindbaar en hij bleef dat. En dat was merkwaardig omdat hij nooit langer dan een half uurtje van huis was. Sabine was radeloos. Ze had sinds zijn geboorte zo’n bijzondere band met deze kat opgebouwd en ze was zo bang dat hij was weggegaan om te sterven. Marx was inmiddels al twee dagen niet thuisgekomen. Sabine hield haar hart vast. Sabine mailde mij met het verzoek of ik heel snel met Marx kon gaan praten. Er was haast geboden. Marx moest zijn injectie hebben anders zou hij sterven. Een foto was nog niet voorhanden, dus moest ik het met de volgende omschrijving doen: gecastreerde kater, roepnaam Marx, 3 jaar, rood, witte voetjes, wit befje. Marx laat mij het volgende zien: "Ik ben misselijk, voel me niet goed. Linksachter niet in orde. Misselijk. Het voelt ook heet in mijn buik. Het is daar niet pluis." Laten we bij het begin beginnen Marx. Ik zie dat de energie die je er bij Marx in stopt er ook zo weer uit loopt. Ik bied Marx mijn bron van onvoorwaardelijke liefde aan. Hij drinkt
hieruit. Hiermee win ik zijn vertrouwen. Waardoor voel jij je zo, Marx? Ik sluit dit gesprek kort met Sabine. De volgende morgen tune ik nog een keer in op Marx: "Doorzoek het erf nog een keer helemaal. Misschien dat van de
buren. Ik lig op een koel plekje. Ik zie iets met een rooster en een put.
Het is er ook donker. Ik ruik vocht. Ik hoor paardenhoeven. Ik hoor mensen
praten. Ik zie licht boven mij. Ik ruik benzinelucht. Ik heb honger. De
misselijkheid is weg. Ik ben wakkerder dan gisteren. Ik wil er nu wel uit
hier. Ik ben nog niet in orde maar ben wel aan de beterende hand. "Ja, ik weet dat Sabine helemaal gek op mij is. We kunnen het goed
vinden samen. Zij mag mij overal aaien, op mijn buik, heerlijk. Ik krijg
soms zelfs een massage van haar. Dat vind ik heerlijk. "Ik zie het weer helemaal goed komen. Dat Sabine mij helemaal doodknuffelt. Ik ben echt nog niet van plan om van deze aardkloot te vertrekken hoor…" Sabine en haar gezin zoeken de avond voor dit tweede gesprek de locaties af die Marx heeft aangegeven. Helaas vinden ze hem niet. Sabine vertelt mij in een mail dat alles wat Marx mij verteld had, zo juist was dat het eng was. Ze vraagt of ik, als ik tijd heb, langs wil komen zodat ik met de schapen kan praten. Die hebben hem toch gezien. Misschien kunnen zij iets vertellen. Op locatie werk ik eigenlijk nooit. Daar heb ik nauwelijks ervaring mee. Ik weet ook niet of ik er goed aan doe om op dit verzoek in te gaan. Je wekt zoveel hoop en de teleurstelling is zoveel keer groter als er niks uitkomt. Ik moet ook niet denken aan de lange autorit terug naar huis met een ernstig geschonden zelfvertrouwen als deze actie niks zou opleveren. Toch besluit ik de consulten voor die dag te verschuiven en in de auto te stappen naar Eck en Wiel, 140 km van Enschede want –om in EK-termen te blijven- om te kunnen scoren moet je wel durven schieten natuurlijk. Onderweg blijf ik permanent op Marx ingetuned. Ik vertel hem dat ik
onderweg ben, dat we hem gaan vinden, dat hij moet uitkijken naar mijn ‘vuurtorenlicht’
waarmee ik hem naar huis loods. In de deuropening zit Marx. Klaar om zijn rentree te maken.
|