Dorinde
Vraag: waarom loopt Dorinde de hele nacht klaaglijk te miauwen en waarom sleept ze met speelgoedbeestjes door het huis die ze vervolgens in haar waterbak laat vallen? Waarom komt ze nooit eens gezellig bij ons in de kamer zitten?

Welke antwoorden geeft Dorinde mij?

Ik stel mij voor aan Dorinde en vraag of ze met mij wil  praten. Daar zit ze niet echt op te wachten. Het is namelijk nacht (!). Ze wil dus niet met me praten en loopt bij me vandaan. Dorinde is een heel solitaire kat. Het is geen mensenkat. Ze heeft een functie te vervullen in huis. Ze is schuchter als ik haar nog eens roep. Ze komt niet vol overgave en is wat wantrouwend.
Ze wentelt zich in mijn deken van liefde. Deze liefde wil ze wel. Ze lijkt er wel krols van te worden zo lekker vindt ze het. Ze blijft maar terugkomen, ze geniet ervan.
De kat is atletisch en voelt hard aan als je haar aait. Ze heeft een harde kop. Ze is gek op blikvoer met konijn. Is ook heel geurgevoelig. Kan sterk reageren op geurende rozen.
"Klopt, Dorinde wil niets van mensen weten. Ze voelt hard aan als je haar aait en is interdaad atletisch gebouwd. Harde kop? Klopt."

Dorinde houdt niet van gezelligheid zoals de Nederlanders dat kennen. Ze heeft wat te doen. Ze moet haar functie vervullen. Wil graag muizen vangen. Die zijn er niet bij haar in huis. Ze zou graag naar buiten willen om te jagen. Ze zegt dat ze een roofdier is en wil graag iets meer doen met haar jachtinstinct. Misschien kan ze bewegende speeltjes krijgen? Ze voelt zich nu zo nutteloos. Graag had ze nog een nestje gewild, maar dat kan niet meer. Ze laat zien dat ze een overbezorgde moeder was: ze sleepte haar kittens van hot naar her."
"Dorinde heeft ooit een nestje gehad voordat ze bij ons kwam. Ze was zo overbezorgd om kittens dat ze ook met de kittens van andere poezen aan de haal ging. Dat was nog een heel gedoe bij de fokker."

Ik vraag haar wat haar lievelingseten is.
Ze laat mij het ruiken. Het is zacht, het ruikt naar wild. Ze laat zien dat het uit een zakje komt. Ook krijg ik een plaatje van kleine gedroogde visjes en de geur erbij.
"
Klopt. Haar voer komt uit een zakje en ze is dol op kleine gedroogde visjes."

Ik vraag haar of ze mij wil zeggen wat ze het liefste doet.
Ze laat mij zichzelf zien terwijl ze door de ramen naar buiten kijkt. Ze ziet al het langskomende verkeer. Geen vogeltje ontgaat haar ook. Dan is opeens haar aandacht weer binnen. Ze jaagt op de vliegen achter de ramen.
Omdat ze graag een taak vervult, stel ik haar voor het huis spin- en insectenvrij te houden.
Vervolgens laat ze mij een schoon en opgeruimd huis zien. Hier is voor haar dus weinig eer te behalen. Ik stel haar daarom voor dat ik aan Maria vraag of zij af en toe de kelder in mag zodat Dorinde daar op ongedierte kan jagen.
"
Een kelder hebben wij niet maar ze mag van mij regelmatig de trapkast in. Daar heeft ze dan wat te doen want ze wil daar per se naar binnen. Prima, dat blijft ze dus mogen."

Ik vraag Dorinde of er iets waar is waar ze niet van houdt.
Ze laat mij bezoek zien. Daar houdt ze niet van. Dan is ze weg. Dat is haar te druk. Dan gebeurt er teveel.
"
Klopt, moet ze inderdaad niets van hebben."

Ik vraag haar wat haar lievelingsplekje thuis is.
Ze laat mij haarzelf zien, liggend op het bed.

"Klopt."

Ik vraag haar mij een beschrijving te geven van het huis waarin ze woont.
Ze laat mij een licht huis zien van een jaar of 20 oud. Dorinde ziet er tevreden uit in dit huis. Ze woont bij mensen die veel weg zijn. Ik interpreteer dat als tweeverdieners. Er wonen geen kinderen in huis.
"
Klopt."

Ik vraag haar hoe ze zich lichamelijk voelt.
Ze laat mij zichzelf zien met iets in haar bek. Ze associeert dat met haar jachtinstinct. Met haar prooi loopt ze dan het huis door. Ook laat ze mij voelen dat ze haar kittens mist. Terwijl ze dat gevoel op mij overbrengt, mauwt ze klagelijk. Ik interpreteer dat als het roepen om haar kittens. Ik vertel haar dat haar kittens haar niet zullen horen, dat haar kittens weg zijn. Dat dit gedrag zinloos is. Ik vertel haar ook dat ik tegen Maria zal zeggen dat Dorinde er verdrietig over is. Vervolgens vraag ik Dorinde wat Maria eraan kan doen om dat verdriet weg te nemen.
Dorinde laat mij zichzelf zien als geschrokken moeder. Een moeder die niet wist dat haar kittens werden weggehaald. Een moeder die geen afscheid heeft kunnen nemen van haar kinderen. Daar is ze erg verdrietig over. Ze laat mij voelen dat dit niet alles is. Ze is bang dat dit nog eens gaat gebeuren. Daar is ze bij voorbaat al zenuwachtig over.
"
Klopt, ze heeft destijds geen afscheid kunnen nemen van haar kittens. Dat moet vreselijk zijn geweest."

Ik vertel Dorinde dat ze geen kindjes meer kan krijgen en dat ze zich daar dan ook geen zorgen meer over hoeft te maken. Ik vertel haar dat wij graag willen dat ze haar rust weer vindt, dat ze gewoon rustig kan gaan liggen zonder zenuwachtig te zijn.

Ik vraag haar of zij mij nog iets bijzonders wil vertellen.
Ze laat mij haar extreem lange staart zien.
"
Klopt."

Ik vraag haar of er nog dingen uit haar verleden zijn waarover ze me wil vertellen.
Ze laat mij zich als volwassen kat zien die bij Maria komt wonen. Dat nestje heeft ze dan al gehad. Ze laat mij zien dat ze blauw bloed heeft. Ik interpreteer dat als zijnde 'van adel'.
"Ze is inderdaad als volwassen kat hier gekomen. Dat nestje was voor die tijd. Hahaha, ze was inderdaad Europees kampioen!"

Ik bekijk haar lichamelijk. In mijn ogen is haar bloed is te licht van kleur, neigt ze tot bloedarmoede.
Ze vraag aandacht voor haar borstkas. Ik vraag me af of dat een oude blessure kan zijn.
"
Klopt. Er zit een botje in haar borstkas dat af en toe naar voren steekt. Wij drukken dat dan telkens even terug."
Ook vraagt ze aandacht voor haar maag en slokdarm. Daarin zit een erfelijke fokfout. Ik voel geen pijn bij haar.
"
Klopt. Ze braakt regelmatig."

Ik vraag haar wat ze graag doet.
Ze begint te jagen en te zoeken.

Ik vraag haar hoe zij haar emoties uitdrukt.
Ze begint klagelijk te mauwen. 

Ik verplaats mij in haar en en kijk hoe andere mensen op mij reageren.
Ik word schuw. Sommige mensen trekken een vies gezicht, vinden mij lelijk. Andere mensen bekijken vol bewondering, vinden mij mooi. Deze mensen komen niet in de buurt. Iedereen ziet mij op afstand.
"Hahaha, klopt ook. De een vindt haar echt schuwlelijk en de ander vindt haar een prachtkat! Ze komt zeker niet in de buurt van vreemden."

Ik vraag Dorinde wat voor haar op dit moment het belangrijkste is dat er moet gebeuren.
Ik zie haar rustig en vredig slapen in haar mandje. 

Ik vraag Dorinde wat zij van zichzelf vindt.
Ik zie haar bezig met haar kinderen. Ze vindt het heerlijk om te moederen.

Als ik het gesprek afrond, wentelt Dorinde zich in mijn deken van liefde. Ik vertel haar dat Maria haar die warmte ook kan geven. Ik krijg dan een plaatje van een Dorinde die desolaat achterblijft na het verdwijnen van haar nestje dat ze zelf zoveel warmte gaf. Dit wil ze nooit meer meemaken. Daarom reserveert ze nu maar liever afstand.

Het gaat mij aan mijn hart dat de overbezorgde moeder Dorinde destijds geen afscheid heeft kunnen nemen van haar kinders. Ik breng haar daarom na het gesprek met ze in contact. Haar kittens zijn goed terechtgekomen. Ze zijn over heel Europa verspreid. Moeder en kinderen nemen afscheid van elkaar. En dan is het goed.

Wat is nog meer opmerkelijk?
Vanaf het eerste moment dat Maria contact met mij heeft gezocht over Dorinde, is het gedrag van de kat als een blad aan de boom omgeslagen. Ze komt nu na zeven jaar voor het eerst de huiskamer in. Voor het eerst voorzichtig op schoot zitten. Dit heeft ze nog nooit gedaan. Ze zoekt contact met mensen. Dit is volslagen nieuw gedrag. Het klaaglijk miauwen is van de ene op de andere dag opgehouden.