Tiarra
Dag Tiarra,

Ik kom namens Frank. Hij wil graag dat ik met jou praat. Wil jij dat ook?
"Ik heb een beetje last van die kat waarmee je net sprak. Die zit door mijn gestel heen.
Ik ben flinterdun. Je kijkt zo door mij heen. Ben niet goed geaard. Zoals de wind waait, die kant waai ik op. Ik sta niet stevig hier op aard. Ben beslist geen alfa. Had er misschien al niet meer moeten zijn. Voel mijzelf een spookverschijning."
Niet goed geaard, ja daar herken ik Tiarra beslist in.

Wil je hier wel zijn?
"Ja, nu je het vraagt, wel. Ik ben hier nou toch. Nou moet ik het ook maar afmaken.
Wat kan Frank doen om jou wat beter hier te krijgen? Ik zou T-team willen. Ik moet mijn lijf ook beter voelen van binnen en van buiten. Als ik weet dat ik hier ben, dan kan ik mij ook beter profileren. Ben nu een niksie."
Geweldig dat ze dat wil. Daar ben ik mee begonnen. Fijn om te horen dat het haar zo goed doet.

Frank.
"Als hij niet ziek was geworden, had hij mij niet opgemerkt. Frank is wel een hele goeierd. Natuurlijk was ik eerst bang voor hem. Maar hij is anders. Hij is veel zachter en hij heeft dat zweverige, in heel lichte mate. Daarom kon ik mij met hem verbinden. Zijn eigen hondje past heel goed bij hem. Dat is een heel aards hondje."
Klopt, mijn eigen hondje is heel aards. Tiarra woont niet bij mij. Haar haal ik op uit het asiel voor een wandeling. Ik ben helemaal dol op haar.

Waarom ben je zo schuw?
"Ik ben zo groot. Ik kan niet snel wegkomen, ik kan ook niet wegduiken. Ik ben altijd maar zo zichtbaar. Ook ’s avonds want dan zie je mij. Ik zou minder schuw zijn als ik zwart was geweest, maar ja dat ben ik niet. Ik voel mij een beetje de jongen van 1.80 terwijl de andere kinderen in de klas nog maar 1.50 mtr zijn. Die jongens gaan vaak ook krom lopen. Willen liever niet gezien worden."

"Ik zou graag met Frank contact willen liggen. Dat hij me mee naar huis neemt en dat we gewoon samen op de grond gaan liggen. In alle rust. Ben nu altijd maar alleen. Voel me alleen, voel me eenzaam. Heb bijna geen aansluiting met de andere honden."
Klopt, ze is altijd alleen, gaat niet of nauwelijks met de andere honden om.
"Ik zit nu al zo lang in het asiel. Daar ga je je ook raar door gedragen hoor. Ze zijn hier in het asiel wel heel erg lief voor me hoor, maar het liefst woon ik toch gewoon bij een gezin.

"Mijn vorige baas schreeuwde altijd naar me. Kon me niet verstoppen. Was altijd zichtbaar.
Ik was te stom om voor de duvel te dansen, zo zei hij altijd. Hij had ook wel gelijk. Toen hij mij op een dag uit de auto zette, heb ik zijn huis niet meer kunnen terugvinden. Ik ben inderdaad een dommerd."

Frank zegt dat je dominant bent.
"Ja, klopt. Ik neem de leiding. Frank is te zacht."
Zou je bij Frank willen wonen?
"Ja, tuurlijk. Bij Frank te mogen wonen, is natuurlijk mijn droom."

Dan moet je wel je gedrag aanpassen. Hij durft het op deze manier niet aan met je.

Derde gesprek:
Tiarra is wat toegankelijker nu. Ze komt op me af rennen als ik haar roep. Ze galoppeert als een Deense dog. Ze draaft liever, dat is veel minder vermoeiend. Dat ziet er bij haar ook veel gestroomlijnder uit. Galopperen kost heel veel energie omdat ze dan telkens die voorhand zo hoog optilt.
Klopt, zo beweegt ze zich inderdaad voort.

Als ze bij jou is Frank, dan is ze uit. Ze verheugt zich erop. Ze vindt het fijn bij jou. Telkens leuke dingen doen.
"Frank is ook heel betrouwbaar. Hij komt mij telkens weer halen. Ik geloof ik dat ik mij wel kan openen voor hem .Ik denk dat ik dat nu wel aandurf."
Wat ontzettend leuk om te horen. Ik meende inderdaad een verandering bij haar waar te nemen maar ik wist niet of je al met haar had gesproken.

Dit is een andere Tiarra dan een paar weken geleden.
Ze is nog wel dunnetjes maar ze durft meer. Ze heeft meer vertrouwen in de mensen.
Komt dat omdat ik al met je heb gesproken?
"Ja, ook . Dat heeft mij al vertrouwen gegeven dat er mensen zijn die toch met dieren kunnen praten."
Maar dat niet alleen: dat Frank de moeite heeft genomen om mij met jou te laten praten.
"Ja, daar ben ik hem erg dankbaar voor. Het is een bijzondere man. Eigenlijk ben ik wel trots dat hij MIJ telkens komt halen. Soms haalt ie ook een ander hondje op. Eventjes ben ik dan bang dat hij mij dan inruilt maar later komt hij mij weer halen en dan ben ik weer helemaal blij.
Klopt inderdaad dat ik soms ook een ander hondje meeneem voor een wandeling. Fijn dat ze er vertrouwen in heeft dat ik dan toch weer voor haar kom.
Ik wil graag naar Frank luisteren als hij wil dat ik bij hem kom wonen."

Die angstige agressie, boosheid is nu weg. Ik lijk wel een nieuwe Tiarra te zien, een Tiarra die voorzichtig weer mensen vertrouwt en die de wereld gaat verkennen met haar grote lijf. Alsof ze herboren is. Natuurlijk heeft ze haar bagage maar ze wil wel heel graag meewerken.

Frank heeft een paar vragen aan jou. Mag ik die stellen?
"Ja, maar ik weet niet of ik daar antwoord op kan geven."
Het onzekere hondje komt weer even naar boven.
Oké, ik tune iets steviger op je in. Ik geef je dan mijn deken van liefde. Wil je die?
"Klinkt geweldig! Doe maar."
Is ook geweldig (dat is wat de andere dieren mij zeggen). Momentje.

Ze vindt het heerlijk. Ik zie haar genieten. Ze rolt zich erin, ligt op haar rug. Voor- en achterpoten gespreid. Ze wil de deken als een vlies over zich heentrekken. Op de gekste plaatsjes wil ze ‘m voelen: onder haar oksels, in haar liezen, achter haar oren, in haar oren, tussen haar voetkussentjes, achter in haar keel, tussen haar tandvlees en haar lippen, echt overal. T-team zou daarom erg goed voor haar zijn.
Wederom fantastisch dat ik dat al doe. Fijn om te horen dat ze er zo van geniet. Ze wil dat contact, dat voelen. Ze geniet ervan. Toch dring ik nog niet tot de kern door. Ze geniet er oppervlakkig van, ik heb haar hart nog niet geraakt. Ik heb er vertrouwen in dat dat nog wel komt.

Lieve Tiarra, zolang Frank nog niet met dieren kan praten, doe ik het. Dit is het moment. Grijp je kans. Je kunt nu zeggen wat je wilt.
"Ik ben er verlegen van. Weet even niet wat ik moet zeggen."

Zal ik jou dan wat vragen stellen?
"Ja, is goed, help mij maar."
Frank wil graag weten of je een leuke jeugd heb gehad.
"Ik was veel alleen. Niet goed gesocialiseerd. Ik zat in een buitenkennel. Voelde me eenzaam. Ik was gekocht omdat ik een zeldzaam voorkomend ras ben. Voor die mensen was ik meer een prestigehond: Kijk eens wat wij nu weer hebben gekocht!?
Toen het nieuwtje eraf was, werd er niks meer met mij gedaan. Hierdoor ben ik niet goed gesocialiseerd. Ook toen ik nog een klein pupje was, had moest ik veel te lang lopen. De mensen hadden geen verstand van kleine hondjes. Ze wisten niet wat ze me aandeden.
Vooral de man kon naar mij schreeuwen. Hij noemde mij altijd een uilskuiken. In zijn ogen was ik niks. De domste hond die er rondliep. Hij sprak geen Nederlands, maar zijn houding naar mij toe was mij duidelijk. Ik heb dus geen leuke jeugd gehad."

Agressief naar mensen:
"De mensen hebben mijn vertrouwen geschonden. Maar het gaat nu wat beter met me. Ik begrijp nu dat er ook fijne mensen zijn. Ik wil heel graag dat Frank leert met mij te praten. Stuur hem het bestand plaatjesdenken maar. Ik wil heel graag een bijzondere band opbouwen met Frank. Het feit dat wij samen iets hebben, hij als man, dat is al bijzonder genoeg zegt het asiel."
Klopt, ze moet doorgaans niets van mensen weten en al bijna helemaal niets van mannen.

Jullie wandelingen:
"Als een feestuitje. Soms gaan we naar het park. Ik zie ook een kanaal of een plas met water. Daar spelen we dan. Daar gaan we met de auto naartoe."
Klopt helemaal.
"In de auto voel ik mij niet fijn. Daar ben ik bang. Ik lig dan plat op de grond. Het geluid en de beweging maken mij bang."
Zo gedraagt ze zich inderdaad.

Dag lieve Tiarra, ik stop er weer mee. Ik kom nog een keer terug.
Ze is teleurgesteld. Ik kom terug, zeg ik.

"Ik vertrouw je. Frank doet dat ook altijd weer."

Vierde gesprek:
Hoi Tiarra, hier ben ik weer.
Ze is bang voor me, herkent me niet.

Katten hebben een grote invloed op Tiarra. Misschien niet alleen de konijnen waar ze achteraan jaagt maar er zijn ook katten. Door katten laat ze zich van haar stuk brengen. Ook nu weer. Nu weer Sam (een van de andere katten waarmee ik recent heb gesproken) die er tussendoor komt.
Tiarra ziet er schuw uit. Pas als ik op de grond ga liggen met mijn armen en benen gespreid, komt ze voorzichtig op mij af. Durft ze me te besnuffelen.
Haar vertrouwen winnen, dat doe je dus niet zomaar. Ik heb nu een paar keer met haar gesproken maar ze geeft zich nog niet bloot.

Durf jij je te geven aan Frank?
"Ja, hij heeft mijn vertrouwen gewonnen. Ik ben natuurlijk een kneus maar ik zou wel met hem willen leven. Hij is goed voor mij."

Dominantie?
"Geef hem de tip van het boek van Jan Fennel. Als ik de regels eenmaal ken, en hij ook, wordt het allemaal een stuk gemakkelijker. Ik wil graag bij hem wonen."
Geweldig: dat boek heb ik gespeld en pas ik inmiddels toe!

Nooit zal iemand echter het achterste van mijn tong zien.
Zeg maar tegen Frank dat ik dol op hem ben. Dat ik mijn kuren heb maar dat ik telkens weer erg blij ben als ik mee mag. Als een veulentje zo blij ben ik dan.